* P. Hoexum, Thuis. Filosofische verkenningen van het alledaagse

 

 

 

 

 

Amsterdam, AtlasContact, 2019

248 p., ISBN 9789045039282, € 21,99, ook als eBook

 

 

inhoudachterflap

 

‘The home is where the heart is’ aldus een Engels gezegde. Thuis is niet per definitie een vaste plek, waar je je thuis voelt, waar je thuis of op je plaats bent. Wel is het een plek waar het hart zich hecht, aan iets of aan iemand. Zo ongeveer gaat het er aan toe in Pieter Hoexums Thuis.

       Over een periode van bijna vier jaar woonde de auteur vier maal gedurende een maand in het Roland Holst huis in Bergen, waar schrijvers en publicisten zich in afzondering aan hun schrijfwerk kunnen wijden. Thuis is de neerslag van de ervaringen die Hoexum toen heeft opgedaan: hoe is het om te gaan wonen in een vreemd huis.

       In het bijzonder brengt Pieter Hoexum – laten we zeggen – ‘zijn woonbeleving’ ter sprake. Beleving is een in reclameland veel gebezigd woord en het riekt naar oppervlakkig en passief consumeren. Toch treft het doel. Beleven kan namelijk ook omgekeerd een actieve betekenis hebben: diepere zin en betekenis ontdekken en toekennen aan de plek waar je woont, een vorm geven aan je directe omgeving en de leefwereld waarin je verkeert.

       Die woon-activiteit is trouwens en uitdrukkelijk geen romantiseren: niet de woonbeleving verbinden met diepe gedachten of emoties en niet wat eigenlijk doodgewoon is mooi of bijzonder maken. Omgekeerd juist, namelijk: ervaren en zien hoe bijzonder het gewone in werkelijkheid is. Dit laatste is wat de auteur van Thuis heeft gedaan.

       Hoexum slaagt er in om zijn ervaringen in en rond het schrijvershuis – de woning van de in 1976 overleden dichter Adriaan Roland Holst – op onderhoudende en heldere wijze naar voren te brengen. Daarbij komt onvermijdelijk aan het licht hoe gemakkelijk – en dus! – hoe oppervlakkig we gewoonlijk voorbij gaan aan een activiteit die door de gehele mensheid wordt beoefend: ergens gaan wonen, thuis raken, thuis zijn.

       Het is voorstelbaar dat er filosofen in Nederland zijn, die dit boek geen filosofie zullen noemen, maar eerder misschien een soort dagboek, waarin de namen van filosofen vallen: Desartes, Heidegger, Wittgenstein enzovoort. Zo’n voorstelling van zaken doet echter afbreuk aan de originaliteit en de relevantie van het thema. Ook doet het onrecht aan Hoexums inzichten die aanleiding geven tot verder denken.

       In tijden van zogenaamde oikofobie heeft Hoexum een leesbaar, toegankelijk én nuttig boek geschreven. Thuis, zo blijkt, is een kwestie van infinitieven: bewonen, beheimaten op z’n Duits, herbergen, huisvesten. Het is veel minder een ding dat je ter hand kan nemen, omdraaien of openmaken om te zien hoe het werkt en hoe je het moet definiëren. Integendeel. Thuis is actie, iets wat gebeurt, iets wat in de tijd verloopt, iets wat je doet. Thuis is bovenal interactie, namelijk een relatie aangaan met de plek waar je verkeert.