* Aristoteles, Over melancholie |
|
||
|
|
|
|
|
Groningen,
HistorischeUitgeverij, 2017 42 p., ISBN
9789065540157, € 9,95 |
||
Melancholie* is
een machtig onderwerp, waar de hele wereld inpast. Dit blijkt
duidelijk wanneer we de cultuurgeschiedenis van Europa van dichterbij
bekijken. Het thema van de melancholia
– taedium vitae, Weltschmerz, tanende levenslust,
pijnigende verveling – heeft een enorme impact gehad in kunst en literatuur
en wetenschap. Wie kennis
neemt van die geschiedenis vindt makkelijk parallellen in het heden. De
ervaring van verveling bijvoorbeeld is enkele jaren geleden uitgebreid door
Awe Prins beschreven. Zie inhoud en achterflap van het boek op de website. Vaak gold
melancholie als een medisch probleem, een psychische kwaal, een morele
aandoening of een religieus affect. Maar melancholie werd ook aangezien voor
de motor van creativiteit, bijvoorbeeld in de Romantiek. De
aantrekkingskracht van melancholie als wetenschappelijk studie-object blijkt
wel heel duidelijk uit The Anatomy of
Melancholy (1621).
In dit hoogtepunt van melancholiekunde beschreef Oxford don Robert Burton (1577-1640) alle mogelijke oorzaken, symptomen
en geneesmiddelen van deze zielsaandoening. Burton deed dat in ongeveer 1500
pagina’s. Van een heel
ander kaliber is het aan Aristoteles toegeschreven traktaatje Over melancholie. Met z’n 12
bladzijden valt deze tekst uit de Griekse oudheid in het niet bij zijn
17e-eeuwse tegenhanger.Hoewel zeer bescheiden hebben we hier toch te maken
met een belangrijk document. Over melancholie bevat al veel elementen en
interessante observaties die later in de geschiedenis worden uitgewerkt en
onderzocht. Tegelijkertijd toont
het boekje duidelijk iets van de genialiteit van de Aristotelische filosofie. Natuurlijk. De
wetenschappelijke onderbouwing is op zijn zachts gezegd mager: ‘zwarte gal’
als verklaring voor melancholie is vandaag de dag een no-go. En toch
blijkt de Griekse filosoof een bekwaam observator die rake ideeën formuleert.
Het interessantste is misschien wel de intuďtie dat alle grote mensen –
veldheren, filosofen, dichters – melancholici waren. De manier van
denken die zowel Aristoteles als Burton eigen was – science before the age
of rational science – bereikte in de 17e eeuw een hoogtepunt met de
jezuďet Athanasius Kircher**: treffende, blijvende wetenschappelijke
inzichten naast evident onwetenschappelijke apekol. Wie echter langs dit oude
weten heen leest krijgt er een beknopte, interessante en leesbare verhandeling
voor terug. * Uit het
Grieks µέλαινα
χολή (melaina
cholę), zwarte gal. ** Voor
Kircher, zie de bespreking van Fletcher en Fletcher, A Study of the Life
and Works of Athanasius Kircher, ‘Germanus Incredibilis’ op filosofie-online.nl. |
|||